Petra's homepage

 

Experiences of a Dutch Journalist

 

 

 

 

 
Vierde impressie Sachalin, 27 november 2001  

Hallo allemaal,

De laatste keer dat ik wat van me liet horen was op 9 juni, oeps. Toen was net het eerste exemplaar van de Sakhalin Times uit. Inmiddels is nummer 13 uit. Diezelfde krant is ook precies de reden dat ik bijna geen tijd meer heb voor iets anders. Maar ik geef toe, één mailtje per paar maanden moet er echt wel afkunnen.

De korte zomer is alweer voorbij. Beetje onze eigen schuld, want uitgerekend in de mooiste maanden van het jaar – augustus en september - gingen wij zes weken weg: drie weken Corfu en drie weken Nederland. We zijn geen strandtypes, dus gingen iedere dag met de auto op pad. Heel toeristisch vonden we het: het is een groot en groen eiland, maar ieder stukje is gebruikt. Het was heerlijk om helemaal niets te hoeven. Beetje backgammon, beetje lezen, beetje puzzelen en eten, eten en eten. En siësta’s natuurlijk om al die lunches weer wat te laten zakken.

In Nederland ging broer Ronald trouwen met Renske (6 september). En Emile moest de laatste 2 weken alweer aan het werk in Rijswijk. Dus de tijd is weer eens omgevlogen en zodra we het wisten zaten we alweer in het vliegtuig naar Sachalin.

De winter lijkt nu echt te zijn gekomen: het heeft gisteren en vannacht de hele tijd gesneeuwd en was overdag al -9. Twee dagen geleden regende het nog. Gisteren stond ik echt op zo van: oh nee, het is zover… Vanaf nu zes maanden een witte wereld…

De sneeuw dreigde eerder al even te blijven liggen. Vorige week viel het eerste pak van tien centimeter. En meteen veranderde de stad in een ijsbaan. Dat vereiste even weer een omschakeling naar een andere manier van lopen: schuifelen. Het is me vorig jaar gelukt geen 1x te vallen, dus die techniek is zeker effectief geweest.

Verbazingwekkend genoeg was de sneeuw een paar dagen later ook alweer weg en hadden we ineens een paar prachtige dagen met zon en temperaturen ver boven nul. Je weet het maar nooit met dat weer in Sachalin. Het is niet eens veranderlijk per dag, nee, het verandert zelfs een paar keer per dag. Er kan ’s ochtends een snijdende wind zijn, zodat je iets warms aantrekt en dan kan ’s middags het zweet van je voorhoofd druppelen omdat het ineens zo warm is.

Sorry, welke krant was u van?

Voordeel van werken bij de krant is dat ik alles wat er speelt op het eiland natuurlijk meteen hoor. De burgemeester en de gouverneur hebben beloofd dat er deze winter geen tekort aan elektriciteit zal zijn. Ook de verwarming zou het gewoon doen. In tegenstelling tot vorig jaar, toen verwarming en elektriciteit de halve tijd buiten werking waren. Koud 1 dag na de eerste sneeuw kondigt de burgemeester aan dat het water wordt gerantsoeneerd omdat de reservoirs maar voor een kwart zijn gevuld. Mensen die in het centrum wonen krijgen ’s ochtends en ’s avonds water, de anderen slechts 1x per dag een paar uur. De stad Yuzhno-Sakhalinsk heeft eigenlijk ieder jaar wel een watertekort, vorig jaar was er voldoende bij uitzondering. Het probleem wordt ieder jaar groter, omdat veel Russen meer te besteden krijgen en wasmachines kopen enz. Was en ben ik niet zo’n voorstander van het leven in een ‘dorp’ voor buitenlanders, het is wel prettig een eigen stroomvoorziening en waterput hebben.

Als krant zijn we bezig een netwerk op te bouwen. Dat kost tijd, maar het gaat steeds beter. In plaats van te vertalen uit lokale media, is het natuurlijk veel beter het nieuws direct te krijgen. Dat betekent dat we bij elk stukje dat we vertalen proberen na te gaan waar het vandaan komt en in direct contact te komen met de bron. Bijvoorbeeld de belangrijkste milieuorganisatie – die natuurlijk de ontwikkelingen in de olie-industrie nauwlettend volgen – het AIDS preventie centrum, de politie, enz. Bij elke afzonderlijke instantie moeten we ons aanmelden. Er is niet zoiets als een meldkamer of zo, waar alle meldingen van ambulance, brand en politie binnenkomen en de pers wordt gewaarschuwd als het ernstig is.

En we moeten natuurlijk nog worden erkend als medium. De gouverneur deed niet moeilijk. We moesten lang wachten, maar uiteindelijk konden we hem interviewen. Ook de burgemeester vond het de normaalste zaak van de wereld dat een Engelstalige krant serieus dient te worden genomen. En toen de minister van economische zaken Sachalin bezocht, stonden wij ook gewoon op de lijst van uitgenodigde pers. Alleen de regionale Doema, zeg maar provinciaal bestuur, wilde eerst wel eens zien wat voor vlees ze in de kuip hadden. Alleen als we ons officieel laten registreren mogen we naar hoorzittingen (waar bijvoorbeeld het grensgeschil tussen Japan en Rusland over de Koeril eilanden wordt besproken). Met een glimlach waarschuwde de vertegenwoordiger van de Doema dat we bij registratie ook onder de Russische wet vallen (en dus voor het gerecht kunnen worden gesleept). Verder hadden ze het probleem hoe ons te controleren, want, zei ze, alles werd in het Engels geschreven. Of we de artikelen over de Doema niet even konden vertalen in het Russisch en opsturen. Ja, doei! Laat ze zelf een vertaler inhuren.

Personeelsproblemen

En dan zijn er natuurlijk nog de collega’s waarmee ik een ‘strijd’ moet voeren. Mijn Russische partner Alexander Dashevsky en zijn partner Sergé Vostorgov hebben het ene wilde plan na het andere. Ze zijn dol op het aanschaffen van de nieuwste technische snufjes. Voor ik op vakantie ging opperden ze een ‘Business Centre’ te openen op de etage boven ons. Ze hadden al twee computers gekocht voor de krant, wat ik al één te veel vond (en die werken vaker niet dan wel. Illegale software die niet bij elkaar past en conflicten geeft is een van de oorzaken). Nu hadden ze bedacht dat we met nog twee computers erbij een soort internetcafé konden beginnen. Mijn assistente, de vertaalster en ik zouden daar dan gewoon kunnen werken. Als er iemand kwam kon die op één van de nieuwe computers werken. Alexander had al geregeld met de eigenaar van het pand dat we geen huur zouden hoeven te betalen, alleen maar 625 piek per maand voor de kabelaansluiting - die in Nederland 90 gulden per maand kost. Wel zouden onze vaste lasten meer dan verdubbelen zonder huur te betalen. Ik heb ze gezegd dat ik me niet liet overhalen tot een overhaaste beslissing voor de vakantie (hun tactiek) en zei NEE. Dat vonden ze maar vreemd, maar sindsdien gaat het iets rustiger met de uitbreidingsplannen.

Ons grootste probleem is het houden van goed personeel. Om bij de krant te kunnen werken, moet het niveau van Engels behoorlijk hoog zijn. Daardoor valt al 95% van de afgestudeerden af. Sommigen spreken het wel, maar als je dan een e-mailtje krijgt is het echt schrikken. Laat staan een journalistiek artikel. Samen met Shell, ExxonMobil en BP zitten we dus in hetzelfde vijvertje van goed personeel te vissen. Wij als Sakhalin Times kunnen alleen niet hetzelfde salaris betalen als een multinational. Op woensdag had ik een getalenteerde jongen naar een persconferentie gestuurd, op donderdag kreeg hij een baan bij Emile’s bedrijf Sakhalin Energy – waar Shell de meeste aandelen in heeft. Zelfs onze vertaalster, die niets heeft met multinationals, kreeg voor een parttime baan al 2,5 keer zoveel als wij fulltime betaalden. Ze is er nog, omdat ze het heel leuk vindt bij ons, maar mijn Russische partner heeft al gehoord dat ze haar binnenkort fulltime willen hebben. Ik vrees dus dat we haar ook kwijt raken, want een paar honderd dollar per maand meer of minder maakt natuurlijk veel uit.

Er was en is dus maar één oplossing, en dat is werken met vrijwilligers. Mijn assistente Elena haar man is Peace Corps vrijwilliger geweest. Ze hebben elkaar leren kennen toen hij als Peace Corps vrijwilliger in Kazachstan was. Peace Corps vrijwilligers worden voor een lokaal salaris uitgezonden om Engelse les te geven en de Amerikaanse cultuur over te brengen op afgelegen plekken in de wereld. Buiten hun lessen moeten ze ook andere projecten doen. Elena heeft ze dus meteen ‘geclaimd’ en naar het lijkt succesvol. Hij, Alex en zij, Susan hebben gezegd voor ons te willen werken. De eerste artikelen van hun hand heb ik al gepubliceerd en het is een genot om te lezen na al die onbegrijpelijke vertalingen uit het Russisch. Ze spreken nog geen vloeiend Russisch, maar via de universiteit waar ze les geven kunnen ze vrij makkelijk vertalers vinden. Voor nu lijkt het probleem dus even opgelost, maar ik weet niet voor hoe lang… Voordeel is dat ze geen geld aan mogen nemen en dus ook niet gevoelig zijn voor een hoger salaris.

Dit lijkt in ieder geval de enige manier, want de komende jaren zijn op Sachalin tienduizenden constructiemedewerkers nodig. Op het eiland wonen maar 650 duizend mensen, dus die mensen zullen voor een groot deel ergens anders vandaan moeten komen. Om die constructiemedewerkers te ondersteunen, zijn weer allerlei mensen nodig in Yuzhno-Sakhalinsk. Emile’s bedrijf adverteert dagelijks beschikbare banen op televisie. Nu al. Ben benieuwd waar ze over een paar jaar hun personeel vandaan halen. De meeste mensen in onze stad ter grote van Utrecht (220 duizend), zijn over een paar jaar aan de slag.

Op bezoek bij de traditionele bevolking

Van het voornemen om veel te reizen is helaas door de krant niet veel terechtgekomen. Maar soms is het ook een aanleiding. Zoals in september, toen vele taaldeskundigen naar Sachalin kwamen voor een conferentie over de oorspronkelijke bevolking en hun cultuur. Daaraan gekoppeld was een reis naar het midden en westen van het eiland. Toen bleek dat er zelfs een Nederlandse delegatie mee zou gaan, was het duidelijk dat ik ook mee moest.

Met 20 mensen gingen we per nachttrein naar het noorden. Precies twaalf uur in de trein. De dagen ervoor waren al behoorlijk vermoeiend geweest, dus niemand ging tot diep in de nacht kletsen in de coupé, nee, we gingen gewoon allemaal braaf slapen voor twaalf uur. Fris kwamen we aan in Timovskoye, iets ten noorden van het midden van Sachalin. Er stond ons een ontbijt van drie gangen te wachten in de agrarische school, waar we ook zouden overnachten. In Yuzhno-Sakhalinsk was de verwarming nog niet aan, in Timovskoye wel. We hadden warm ondergoed meegenomen omdat we hadden verwacht dat het erg koud zou zijn. We zweten peentjes.

Op met de bus naar Chir-Unvd, om kennis te maken met de tradities van de oorspronkelijke bevolking, de Nivkhs. Tegenwoordig wonen de Nivkh in dezelfde huizen als de Russen. Ze zijn in het verleden gedwongen hun eigen dorpen te verlaten en moesten plotseling gaan werken in de landbouw. Hun eigen taal en cultuur dreigen verloren te gaan. Maar er zijn allerlei projecten gaande om dat te voorkomen.

Zo wordt er twee keer per week les gegeven in de Nivkh taal. In de lokale school woonden we een les in de Nivkh taal bij. Verschil met het Russisch is dat het Nivkh veel meer klanken heeft en veel meer woorden in het gebied van hun broodwinning: visvangst. De lerares leert niet alleen de taal, ze leert de kinderen ook over de traditionele manier van leven. Na de les krijgen we een voorstelling te zien van een Nivkh groep met zang, dans en acts. De groep is gemengd in leeftijd: van kind tot grootmoeder.

Natuurlijk moeten we ook zien hoe de Nivkhs vissen. Met de bus rijden we door de rimboe naar de rivier. De bus moet door diepe kuilen en gaat soms zo scheef, dat hij bijna dreigt te kantelen.

Twee vissers slepen hun boot (zonder motor) het water in en zetten het net uit. Ze trekken het net enkele tientallen meters voort en vangen zo één vis; het gaat om het idee. Een Nivkh vrouw (die haar traditionele kleding heeft verruild voor haar beste Russische jurk) gaat op haar hurken zitten aan de rand van de rivier en maakt de vis schoon. Ieder stukje wordt gebruikt. Later proeven we het traditionele eten dat van de vis wordt gemaakt. Alles smaakt nogal vissig. Zelfs de pudding met bessen (Moss), met een basis van visvet, smaakt naar vis. Best eetbaar, maar ik ben blij dat ik het niet elke dag hoef te eten.

’s Avonds staat ons een Russisch koningsmaal te wachten in de agrarische school. De trip heeft ons hongerig gemaakt. De champagne en wodka vloeien rijkelijk en de avond wordt naast eten gevuld met speeches, zingen (ook van Nederlandse liedjes) en karoke.

Verbanningsoord

De volgende dag bezoeken we Alexandrovsk-Sakhalinski, de voormalige hoofdstad van het eiland en een plaats die vooral bekend is geworden door de werkkampen voor gevangenen. Eind negentiende en begin twintigste eeuw werden moordenaars en andere zware criminelen naar Sachalin verbannen (1867 tot 1904?? Te lui om het nu op te zoeken…). De enige andere bewoners van Alexandrovsk-Sakhlinski waren de bewakers en hun familie. Echt veilig woonde die familie niet, het was een van de meest criminele gebieden in de hele wereld in die tijd en de familie moest dan ook altijd onder begeleiding de stad in. Als de gevangenen hun tijd hadden uitgezeten moesten ze nog 6 jaar op het eiland blijven. De meeste hadden het geld niet om het eiland te verlaten daarna en werden er oud en grijs.

Behalve wat foto’s en boeien van gevangenen in het Tsjechov museum is er eigenlijk weinig dat aan die tijd herinnert in de stad. Een ander overblijfsel is een tunnel tussen twee baaien, die is gegraven door de gevangenen.

Helemaal lyrisch vertelt de conservator dat de beroemde Russische schrijver Tsjechov drie maanden en twee dagen op Sachalin heeft gewoond in 1890. Een zwarte leren jas die is tentoongesteld moet zogenaamd van hem zijn geweest. En het was een aantrekkelijke man, zo weet de conservator te vertellen, populair bij de vrouwen. Hij schreef het boek ‘Het eiland Sachalin’ in 1893 (vertaald in het Nederlands, uitgeverij Van Oorschot).

Na de reis heb ik besloten intensief Russische lessen te gaan volgen. Helemaal gek werd ik van al dat gelul in het Russisch waar ik maar een klein deel van versta. Van de 20 mensen die mee waren spraken er slechts drie geen vloeiend Russen, waaronder ik. Er waren genoeg mensen om te vertalen, maar als je in de minderheid bent, gebeurt dat gewoon niet de hele tijd. Het is heel erg vermoeiend om steeds intensief te moeten luisteren in een poging er iets van te verstaan. Dus met volle moed ben ik nu begonnen aan het leren van de 6 naamvallen…

Boek

Het boek over Kazachstan ligt nog lang niet in de boekhandel vrees ik, het is toch niet zo eenvoudig als ik dacht. Zelf heb ik een boek gekocht over het uitgeven van boeken en daarin staat dat maar 1% van de scripts die op de mat vallen bij de uitgevers erdoor komt. Geruststelling is dat het zelfs veel grote schrijvers niet meteen is gelukt op die manier. Er is zeker hoop, één uitgever was positief maar durfde het financiële risico niet aan en ik heb een aanbod tot herschrijven. Zou de kwaliteit zeker ten goede komen om er nog een keer helemaal doorheen te gaan, ben ik helemaal met de uitgever eens. Heb het snel geschreven, met de vluchtigheid van een krantenartikel. Er mag dus wel wat meer diepgang in. Maar herschrijven kost toch weer honderden uren vermoed ik. Als ik nu niets anders te doen had, geen punt, maar met al 60 uur per week voor de krant weet ik niet of ik dat kan opbrengen. Geef zeker niet op maar ben ook wel zo realistisch dat ik er niet vanuit ga dat het wat wordt. Zet ik het toch gewoon op het internet….