Vrijdag 
					11 juli 2008 
					 
					"Zo lang er wordt gepraat, wordt er niet 
					gevochten" 
					 
					Hoi allemaal, 
					 
					Donderdagmiddag 10 juli weer teruggekomen uit Chora. 
					Geweldige tijd gehad daar. Het is een klein kamp, White 
					Compound genaamd, dat heel anders is dan Kamp Holland. Er 
					zitten een tot drie pelotons, die van daaruit op patrouille 
					gaan. De sfeer is heel anders. Het is gemoedelijk, gezellig 
					bijna. Als de militairen binnen zijn zitten ze op de 
					binnenplaats voortdurend met elkaar te praten, te kaarten, 
					of te sporten. Er is geen airconditioning (tegen de zon is 
					een camouflagenet opgehangen) en wat voedsel betreft zijn er 
					alleen voedselpakketten. Best te eten voor een paar dagen, 
					maar de meeste militairen zitten er voor langere tijd en dan 
					is het afzien. De douchecabines zijn van plastic zeil, maar 
					voldoen prima, er zit zelfs een zak in waar je kleren droog 
					in kunt opbergen. Veel beter in ieder geval dan de douche 
					waar de voorgangers van deze militairen gebruik van moest 
					maken: een fles water per persoon. Maar na 9u kun je er 
					beter maar niet gaan douchen want dan is het water gloeiend 
					heet. Ook de toiletten zijn enorm verbeterd; het was een 
					toiletbril op een houten plaat met een gat eronder en is nu 
					een toiletblok zoals ze die ook op Kamp Holland hebben. De 
					mannen moeten hun eigen was doen, dus overal hangen kleren 
					te drogen. 
					 
					Tijdens mijn verblijf heb ik een militair 24 uur gevolgd. 
					Een jonge hond (22) met een mooie, donkere stem. Ik heb hem 
					gevolgd bij het vegen, wapen schoonmaken, wacht ’s nachts 
					enz. Denk dat het een mooi portret wordt. De kampcommandant 
					grapte dat ik hem geadopteerd had en dat hij bij mij in ging 
					trekken. Vrouwen zijn ze niet gewend natuurlijk, dus daar 
					moeten natuurlijk wat opmerkingen over worden gemaakt. Onder 
					de 50 militairen zat 1 vrouw, ze is chauffeur. Het lukte 
					haar prima zich staande te houden tussen al die kerels. 
					Petje af. 
					 
					Maandag 7 juli een korte wandeling gemaakt door het dorp Ali 
					Sjerzai, de belangrijkste plaats in de Choravallei. Tarin 
					Kowt is eigenlijk al een gehucht, maar dit is nog veel 
					kleiner. In de hoofdstraat zit de bazaar; lemen winkels met 
					met houten deuren of zelfs een ijzeren rolluik. Op de 
					rotonde in het midden van het dorp staat het huis van de 
					burgemeester. Het is van binnen amper 20 m2, maar wel lekker 
					centraal natuurlijk. Het is een theatraal type dat make up 
					draagt en zichzelf heel belangrijk vindt. In werkelijkheid 
					stelt hij niets voor. Vlakbij de hoofdstraat zit ‘The 
					Green’, een groene zone met allemaal fruitbomen; in deze 
					omgeving wordt bijna geen opium geteeld. 
					 
					Dinsdag 8 juli aanwezig geweest bij een shura, zeg maar een 
					gemeenteraadsvergadering. Stammenleiders (mooie koppen!) 
					kwamen overal vandaan om er bij aanwezig te zijn. Ze kwamen 
					praten over de situatie die is ontstaan na het aanstellen 
					van een nieuw hoofd van politie. Die is benoemd vanuit Tarin 
					Kowt maar wordt lokaal niet gesteund. Zo’n 100 mensen van de 
					politie hebben daardoor ontslag genomen. De stamhoofden 
					deden allemaal hun zegje. Concreet is er niet veel 
					uitgekomen, maar zoals de commandant van de eenheid in Chora 
					zegt: “Zolang er wordt gepraat, wordt er niet gevochten.”  
					Na afloop was er kip, rijst en brood. Heerlijk. En meloen 
					toe. Beter dan de rantsoenen op het kamp. De commandant 
					grapte dat hij me voor 10 kamelen had verhandeld. Toen ik 
					vroeg of er een kern van waarheid in zat zei hij: “Ze praten 
					hier nooit over vrouwen. Ze vragen me altijd alleen maar hoe 
					het met mijn zoontje gaat, nooit hoe mijn dochter het 
					maakt.” 
					 
					Woensdag 9 juli was ik aanwezig bij de opening van de 
					Barakzai school. Die school ligt op het grensgebied tussen 
					drie stammen. Ze hebben allemaal meegewerkt aan de bouw van 
					de school. Twee van de drie stammen sturen nu hun kinderen 
					naar deze school, de derde doet dat (nog) niet. Oppervlakkig 
					zag het er goed uit, maar als je goed keek viel het op dat 
					het cement nu al begon af te brokkelen en dat er een flink 
					aantal ramen al was gesneuveld voor de opening. De kozijnen 
					zijn gemaakt van een soort vurenhout, dat, ongelakt, 
					waarschijnlijk de winter nog niet eens overleeft. Typisch 
					Afghaanse bouw schijnbaar. Ze zijn bijzonder goed in het 
					bouwen met leem, waar de quala’s (ommuurd erf) van zijn 
					gemaakt. Van bouwen met ander materiaal hebben ze nog geen 
					kaas gegeten. De toiletten zijn ook interessant; een 
					vierkant gaatje van 20 x 30cm in een cementen vloer. De 
					behoeftes komen een meter lager terecht, waar het dan af en 
					toe uit wordt geschept. Het schijnt nog luxe te zijn dat er 
					toiletten zijn; de Afghanen doen hun behoefte meestal meteen 
					buiten hun quala. 
					 
					De VIPs kwamen met een helikopter overvliegen vanuit Tarin 
					Kowt (45 kilometer ongeveer) voor de opening; voor Nederland 
					een belangrijk moment. Buiten stonden allemaal kindjes te 
					wachten op wat komen ging. Ze mochten niet naar binnen 
					vanwege de veiligheid. Ik was er ook veel te vroeg en heb 
					een beetje met de kinderen gespeeld, waardoor ik nu wat 
					Afghaanse kinderquotes heb, inclusief een poging tot een 
					rap. Met een microfoon waren ze niet echt bekend; sommige 
					kids beten er in of spuugden naar het felblauwe 
					Avro-bolletje. De opening zelf bestond uit een paar speeches 
					van hotshots, een zegen van de Mullah (geestelijke) en het 
					onthullen van een plaquette van de school. Naderhand moest 
					er natuurlijk wat fruit worden gegeten. Dat gebeurt dan 
					spontaan. Bij iedere officiële gelegenheid is er eigenlijk 
					fruit of eten na afloop, maar dat wordt pas op het laatst 
					geregeld. Ze kopen niet ’s ochtends alvast wat. 
					 
					Donderdag eigenlijk alleen bezig geweest met de terugreis 
					naar Tarin Kowt. Hoor net dat ik waarschijnlijk eerder vanaf 
					Kamp Holland moet vliegen: namelijk morgenavond. Zondag had 
					ik al opnames gepland. Balen! Het vliegtuig dat me maandag 
					naar Kandahar zou moeten vliegen is kapot. Daardoor moet ik 
					nu eerder met een vrachtvliegtuig mee. Zo blijkt maar weer 
					dat in Afghanistan niets zeker is totdat het gebeurt... 
					 
					Vandaag druk bezig geweest om opnames te plannen voor 
					morgen. Hoop nog steeds met 9 reportages thuis te komen 
					zodat we naast de zijderoute ook iedere dag tussen de Tour 
					de France en de Olympische Spelen een verslag kunnen 
					uitzenden over Afghanistan. 
					 
					Vermoedelijk is dit mijn laatste mailtje vanuit Afghanistan. 
					In Kandahar zijn verder geen faciliteiten (geen airco, 
					slapen in een tent) en daar mag ik drie (!) dagen wachten 
					tot ik kan doorvliegen naar Nederland (via Kreta ook 
					nog...). Zodat ik hopelijk woensdagavond weer in Eindhoven 
					landt. 
					 
					Liefs,
					Petra 
					  Hier is een selectie te horen van de reportages: 
					
					
					
					Hier zijn foto's te zien van Afghanistan: 
					
					 
					   |